Het was half augustus, de voorbereiding voor het nieuwe voetbalseizoen net gestart. Ik trok mijn scheenbeschermers aan en vervolgens weer uit, verruilde mijn voetbalschoenen voor mijn hardloopschoenen en fietste met lood in mijn bovenbenen naar het strand. Selectietraining, en dan ook nog eens conditietraining. Bij het strand staat de coach te wachten en komen de spelers in groepjes aan. Zodra iedereen er is zegt de coach; “Gasten dit is helemaal niet leuk, maar het telt voor de selectie dus we gaan iedereen klokken”. Ik realiseer me dat ik de hele zomer van mijn 15e levensjaar gezeild had maar geen meter had gerend en de moed zakt me nog verder in de schoenen. Jullie begrijpen ook wel dat de schildpad het deze keer niet won van de haas.
Na zes veldtrainingen zonder vertrouwen en mét stress tot over mijn oren, kreeg ik als 14-jarig ventje te horen dat ik niet mee mocht met de selectie, voor het eerst in tien jaar. Ik had geen idee hoe ik daar mee om moest gaan, al mijn vriendjes hadden het zoals elk jaar wel gered. Toen ik thuiskwam plofte ik gedesillusioneerd op de bank, moeders schonk een kop thee in en pa kwam op de bank zitten “En?” vroeg hij me? Ik reageerde waarschijnlijk met iets onredelijks, je bent puber of je bent het niet.
Na een paar dagen verdriet en vrijwillige eenzame opsluiting op mijn kamer kwam ik weer eens beneden. Zelfde procedé, thee van moeders, pa met de vraag “Wes leuk dat je er weer bent, wat nu?”. Ik had geen idee, ik wilde niet in het tweede spelen maar de deur naar het eerste was echt dicht. Na een paar minuten ratelen stelde mijn vader voor te gaan hockeyen, dat had hij ook jaren met succes en plezier gedaan en misschien zat het wel in de genen. Maarja, ik was voetballer en voetballers vinden hockeyen en vooral hockeyers stom.
Uiteindelijk haalde een voetbalvriendje mij over om met hem te beginnen met hockeyen. Dat vond ik wel aardig, had ik alvast in ieder geval één vriend op de hockey die geen kakker was. Na de eerste paar trainingen was ik 180 graden gedraaid, een nieuwe sport leren is fantastisch, niemand heeft verwachtingen van je en beter worden gaat met reuzenstappen. Oh, en hockeyers bleken ook net mensen. Het was mijn moeder die me deed inzien dat ik eindelijk weer plezier had in mijn teamsport, ze had met lede ogen 2 jaar toegekeken hoe ik met pijn in mijn buik naar de voetbal ging. Ik was duidelijk nog niet bestand tegen constante druk om te presteren .
Mijn periode als hockeyer liep redelijk gelijk met mijn start als golfer, ik zie jullie al denken “wat een kakker”. Die periode tekent zich door twee zaken die hand in hand gaan, plezier en vooruitgang. Iedere week ging ik met een glimlach naar de baan of het hockeyveld, en iedere week ging ik nog een keer. Ik realiseerde me dat ik bij voetbal ook 7 dagen per week speelde, toen ik het nog leuk vond. Wat ik mistte in het voetbal waren persoonlijke doelen, alles draaide om winnen en de volgende selectie halen. In hockey en vooral in golf was er meer ruimte voor het individu, met de gedachte “als je zelf op dat vlak wil verbeteren dan ga je daar meer moeite voor doen, en is de kans groter dat het lukt”.
De opleiding tot sport- en prestatiepsycholoog was één grote aaneenschakeling van eureka-momenten. Ik volg alle sporten en heb er zelf veel beoefend, dus alle situaties die in de studie besproken werden kwamen me bekend voor. Net als in de sport ging ik met plezier naar de studie, ik zag dat gewoon als een nieuwe sport. Daar leerde ik om het proces belangrijker te laten zijn dan het resultaat, wat voor mij ook al het grote verschil was geweest tussen voetbal en hockey. In golf is dit misschien wel het allerbelangrijkst, er zijn zo veel factoren waar je maar beperkt invloed op hebt. Het enige wat je kunt doen is jezelf in staat stellen elke keer het beste naar boven te brengen.
Kennis hebben en kennis gebruiken zijn twee totaal verschillende dingen, daarom ben ik nog steeds iedere keer blij als het lukt mijn kennis in te zetten in mijn eigen spel. Afgelopen week speelde ik een golfwedstrijd, 1 tegen 1. Met nog drie holes te gaan stond ik twee holes achter, voor de winst moest ik alle resterende holes winnen, voor een gelijkspel twee van de drie. Je kunt je voorstellen dat dat een flinke opgave is. Voor de afslag van hole 16 voel ik de spanning, de druk, maar ook de rust omdat ik weet hoe ik hier mee om moet gaan. Ik denk bij mezelf “nog 10 keer je routine, dan heb je een kans”. Ik pak mijn driver uit de tas, leg mijn bal op de tee, bedenk een plan voor deze slag, visualiseer deze slag en voer exact uit wat ik van plan was. Mijn tegenstander slaat zijn bal in het water en ook de laatste twee holes zijn voor mij. Ik kan nu liegen en zeggen dat het alleen om het proces gaat, maar af en toe winnen is toch stiekem ook wel lekker.
Wat ben ik toch een gelukkig sporter.
Wessel Beuk | MSc sport- en prestatiepsycholoog
“Win met je hoofd” experience zondag 23 juni
Wil je weten wat mentale training voor jou kan betekenen? Samen met 3 (oud-)topsporters en 10 collega sportpsychologen organiseren we op zondag 23 juni om 13:00 de “Win met je hoofd“ experience in Leiden, Rotterdam en Tilburg. In het programma ga je de kracht van mentale training ervaren. Er zijn 40 tickets per locatie. Het Earlybird tarief van €19,95 (i.p.v. €29,95) geldt tot 1 juni. Verzeker je nu van een plek. Ga naar https://www.winmetjehoofd.nl/info/